Met een beetje risico komen ze er wel.. Dat is de slogan van de nieuwe campagne van VeiligheidNL. Ouders zijn te voorzichtig en dat leidt tot angstige, onzekere kinderen, waarschuwt VeiligheidNL. Daar ben ik en de rest van het internet het roerend mee eens.
Lees ook: Zakmes voor je kind?
Update 20/07/2018: Artikel in het AD, Kind mag van Mama meer risico nemen dan van Papa
“Moeders zijn eerder bereid hun kinderen risico’s te laten nemen tijdens het spelen dan de vaders. In een onderzoek van VeiligheidNL en Stichting Opvoeden.nl geeft 30 procent van de moeders aan hun kinderen aan te moedigen risico’s te nemen tijdens het spelen, tegen 16 procent van de vaders.”
En dit doet ons vaders natuurlijk een beetje pijn.
,,We zien dat er internationaal steeds meer publicaties verschijnen over de voordelen van risicovol spelen. Bovendien gaan onze kinderen steeds minder naar buiten, zitten achter hun spelcomputer en kampen met overgewicht. Reden voor ons om de campagne op te zetten. In landen als Canada, Engeland en Schotland gebeurt dat al,” zegt Saskia Kloet, programmamanager Opgroeien van Veiligheid NL.
Maar.. hoe breng je dat in de praktijk? Want alhoewel ik wil dat mijn kinderen opgroeien tot motorisch-vaardige, avontuurlijk en zelfredzame volwassenen, wonen we wel vlak bij een rivier, naast een weg, hebben de buren een grote hond en woont er verderop een vreemde man.
Drempels
Gelukkig voor de bezorgde ouder hebben kinderen hun eigen drempels alvorens ze iets risicovols zullen ondernemen.
Martin van Rooijen is pedagoog en onderzoeker naar risicovol spelen en verteld:
“Als eerste bedenken kinderen of ze het mogen: mag wat zij willen doen wel van volwassenen, zoals ouders of begeleiders? Veelal gaan kinderen pas verder als expliciet toestemming wordt gegeven (het mag). Daarna vragen ze zich af of zij het zelf wel willen: hebben ze er zin in, zien ze het als een leuke en uitdagende activiteit? Vervolgens gaan kinderen bedenken of zij het wel of niet durven, dit kan afhangen van hun eigen keus of door het kijken naar een ander. Na de laatste drempel gaat het kind het doen. Bij het risicovol spelen kunnen hierbij eigen angsten worden overwonnen. Soms komt het kind in een flow, waarbij het een eigen wereldje betreedt, waar niets ertoe doet en er geen einddoel is.
Aan ons de taak om onze kinderen te stimuleren door hen te helpen deze drempels over te gaan. Belangrijk is om daarbij aan te sluiten bij wat het kind nodig heeft. Een goede ouder ‘leest’ de vraag van het kind, herkent het gedrag door observatie en dialoog en stimuleert het met een bijpassende interventie. Kortom: als je ziet dat een kind een drempel over kan gaan, help daar dan aan mee, zodat het kind ervaart dat het meer kan of durft dan het van tevoren dacht.”
Vroeger
Als ik terugdenk aan mijn vroege jeugd heb ik zeker risicovol gespeeld zonder noemenswaardige ongelukken. Van motorcrossen tot spelen in de blubber van de meest vervuilde rivier van het land..
De campagne heeft mij in iedergeval bewust gemaakt van onze overbezorgde maatschappij en dat mijn kinderen er met een beetje risico ook wel komen.
Wat deed jij vroeger?
Laat hieronder een berichtje achter.